Maar hoe verging het onze noorderburen in Boxtel sinds 1652?

Na het vertrek van de H. Bloeddoeken trachtten vele pelgrims, ondanks de strenge politiemaatregelen van het Protestantse Bewind, op de bedevaartdagen de St.-Petruskerk te benade­ren.

Tot op het einde van de 19e eeuw bleef er een stille beeweg bestaan. De pelgrims wandelden al biddend van de Sint-Petruskerk naar de plaats op de rivier 'De Dommel' waar Eligius van den Aker de Heilig Bloeddoeken had gewassen, dan via het kasteel van Stapelen, waar de doeken een tijdje bewaard bleven, terug naar de St.-Petruskerk. Sinds de Hervormers de St.-Petruskerk (1649) in gebruik namen moesten de katholieken vrede nemen met schuilkerkjes en schuren om eucharistie te vieren.

Die toestand bleef duren tot bij de komst der Fransen. Omstreeks 1800, onder Napoleons bewind, kregen de katholieken hun kerk terug. Het kerkgebouw was evenwel zo beschadigd dat het tot 1827 geduurd heeft eer het volledig gerestau­reerd was. Stilaan gaat nu bij de bevolking de wens groeien om de Heilig Bloeddoe­ken terug in hun midden te hebben.

De eerste pogingen dateren uit de 1e helft der 19e eeuw.

Bij de aanstelling van een nieuwe deken te Boxtel in 1852 - 200 jaar is het Heilig Bloed al weg uit Boxtel - vraagt de bevolking de doeken terug te laten komen. De nieuwe herder, deken Wilmer, laat het niet bij een belofte en nog hetzelfde jaar treffen we hem aan in Hoogstraten. Maar Hoogstraten bereidt zich juist voor om het 200-jarig jubileum te vieren en blijft doof langs die kant. Het wordt een jarenlange twist. Het komt zelfs tot een rechtskwestie.

Stappen worden genomen bij hoogwaardigheidsbekleders. Het duurt en duurt. In 1917 neemt men zelfs Kardinaal Mercier bij de arm. Zijn gevolmachtigde Mgr Van Roey (de latere kardinaal) stelde na een minutieus onderzoek zijn besluit vast: "De Heilig Bloeddoeken komen in rechte toe aan de parochiale kerk van Hoogstraten waar zij sinds 270 jaar berusten".

Dan slaat Boxtel een andere weg in. De Boxtelse gemeenschap wil vrede nemen met het bezit van één der Heilig Bloeddoeken (mappa of corporale) en zal dan afstand doen van alle aanspraken op het andere doek. In die zin komt eindelijk een akkoord tot stand.

De Heilige Congregatie der Riten te Rome bekrachtigt het akkoord en verleent toelating om het corporale van Hoogstraten naar Boxtel te brengen. Dit besluit komt toe op 3 april 1924. Er heerst een onbeschrijfelijke vreugde te Boxtel bij het vernemen van het nieuws.

Donderdag, 22 juni 1924, wordt als datum der overhandiging van de corporale vastgesteld. Te 10 uur is Boxtel te Hoogstraten met 528 manskerels - de vrouwen kwamen er niet aan te pas. Ze trekken op naar de kerk voor de plechtige dankmis met Te Deum te 10 uur. Na het lof van 13.30 uur heeft de overhandiging plaats in aanwezigheid van Mgr. Van Roey, Deken Valvekens van Hoogstraten, de pastoors, priesters, kloosterlingen, de burgemeester en de leden van de kerkraad van Boxtel. Boxtel schenkt ter herinnering en uit dank aan Hoogstraten een prachti­ge ceremoniestool.

Een grootse viering volgde te Boxtel op Drievuldigheidszondag in aanwezigheid van de bisschop van 's Hertogenbosch. Langs versierde straten met 8 praalbogen trok een stoet met alle organisaties van Boxtel van de kerk van het Heilig Hart, waar het H. Bloed tijdelijk rustte, naar de aloude St.-Petruskerk waar het H. Bloedwonder gebeurde. Zo kreeg Boxtel na 272 jaar haar kostbare relikwie, de helft althans, terug.